uit ‘Bedreigd, Bezet, Bevrijd. Bosschenhoofd en Hoeven in de Tweede Wereldoorlog’
Op 13 mei 1940, de vierde oorlogsdag, was de toestand bij de Moerdijkbruggen kritiek. Door de snelle opmars van de Duitse 9e Pantserdivisie trokken in de vroege ochtend de eerste tanks van die divisie over de bruggen. De weg naar Rotterdam lag open. Nu het front steeds dichterbij kwam, werd alles ondernomen om de opmars van de Duitsers te vertragen. Daarom bliezen Nederlandse militairen de Lamgatsebrug op. Door de explosie werd ook schade toegebracht aan de brugwachterswoning op de Hoop, die bewoond werd door P. de Graauw.
Zijn dochter, C. Dielemans-de Graauw, herinnerde zich die gebeurtenis als volgt:
“In 1940 is de brug gesprongen. Op 10 of 11 mei zat ons huis vol scheuren en de ruiten waren kapot. Er was een bom in de tuin gevallen. Gelukkig is deze niet ontploft, anders had ik het niet meer op kunnen schrijven. We hebben toen in de schuilkelder bij mevrouw Luijkx gezeten. Daarna zijn we naar Geert Thijs en bij Meintje en Keeke Jansen bij de watermachine geweest.”
Toch hadden dergelijke acties weinig effect. De Duitse 9e Pantserdivisie rukte snel op. De Fransen probeerden daarop de brug over de Mark tussen Standdaarbuiten en Oudenbosch op te blazen, maar dat mislukte. Bij een treffen daarna raakte de Duitse militair Johann Heimberger in het St. Annastraatje in Oudenbosch gewond. Hij overleed nog dezelfde dag in de St. Maartenspolder en werd daar begraven.”
A. van de Noort heeft van zijn vader het volgende horen vertellen:
“In een zijspan kwam de Duitser Heimberger aan bij onze boerderij aan de Goudbloemsedijk. Hij was geraakt in zijn enkel. Mijn vader moest van de Duitsers achter op de motor mee naar de dokter in Zevenbergen. Omdat de Lamgatsebrug was opgeblazen, zouden ze langs Zwartenberg rijden. Halverwege de Hoevense Beemden mocht mijn vader eraf, want ze wisten de weg alleen wel. Mijn vader keerde terug en verborg zich in het stro. Maar de Duitse soldaten keerden met hun gewonde kameraad terug. Omdat medische hulp ontbrak, is de gewonde Duitse soldaat in onze boerderij doodgebloed. Aan de Goudbloemsedijk werd hij begraven, gewikkeld in lakens van ons. Van onze speelgoedkruiwagen werd een kruis gemaakt en op het graf geplaatst. Ook werden uit onze tuin tulpen gesneden die bij het graf werden gezet.”