uit ‘Herinneringen van Broeder Theophile Nijman!‘
12 oktober 1944.
Toen we gisteren naar Roosendaal gingen, kwamen we negen Canadezen tegen, krijgsgevangen onder gewapend geleide. Later hoorde ik dat ze bij ons in de school opgesloten zitten en wel in het kolenhok! Op de plavuizen vloer met wat stro erop, pindraad voor de ruitjes en twee wachten ervoor! De stakkers zitten er nog, ik heb ze zelfs niet eens zien luchten.
16 oktober 1944
Het aantal krijgsgevangen Canadezen was tot twintig gegroeid. Het kolenhok werd blijkbaar te klein, want in de nacht van zaterdag op zondag zijn ze weggevoerd. Wanneer we hele dagen horen schieten, altijd maar weer in de richting van Bergen op Zoom, dan maakt dat op ons geen indruk meer. Af en toe hoor je zo eens een harde klap, die van korter bij komt, zoals vanmorgen. Aan de jagers zijn we nu al weken gewend, je houdt ze hoogstens even in de gaten en gaat gewoon door.
Wat er in Woensdrecht, Ossendrecht en Hoogerheide allemaal gebeurt of in Zeeland, daar vang je af en toe eens een berichtje van op van mensen die naar de Engelse radio luisteren. We doen de hele dag niets dan wachten. Ik lees veel, doe boodschappen en de dagen gaan toch wel gauw voorbij. Wat hebben onze mensen hier rustig geleefd, wat hadden we het goed…… vroeger. Natuurlijk waren we het vroeger ook wel eens niet allemaal met elkaar eens, dat kan nooit, maar wat we elkaar te verwijten hadden, waren zulke pietluttige dingen in vergelijking met nu.