Oog in oog met klassieke kisten in het Vliegend Museum
Het zijn vaak die kleine musea waar een gezin zich het best kan vermaken en het Vliegend Museum Seppe hoort daar bij. De collectie is overzichtelijk en gevarieerd, passend bij de spanningsboog van kinderen (en de energie van hun ouders).
Indrukwekkende kisten
Het draait natuurlijk allemaal om de kisten. In het Vliegend Museum staan fotogenieke klassiekers met tot de verbeelding sprekende namen als Piper Cub en Tiger Moth, Boeing Stearman en Saab Safir.
Dit zijn niet de jets die je kent van je citytrip of zonvakantie. Dit zijn vliegtuigen op menselijk formaat. Tweezitters en vierzitters. Dubbeldekkers, hoogdekkers, laagdekkers. Lasnaden en popnagels, instrumenten en knoppen. Stermotor achter de propeller, cilinders in het zicht. Alles dat je ziet ademt avontuur!
Kijk in de cockpit
Het mooist is om een rondleiding te nemen van één van de vrijwilligers. Zij kennen de kisten, wijzen op interessante details en zetten kinderen (en ouders) aan het denken. Je ontdekt waar ze vandaan komen, waarvoor ze gebruikt worden en hoe ze werken.
Het instrumentarium is te overzien en je ziet kabels lopen. Dat is het mooie van die oude propellervliegtuigen: de techniek is goed te volgen. Je komt in het museum dicht bij de vliegtuigen én het vliegen.
Zie ze vliegen
Waar komt die naam vandaan? Het Vliegend Museum heet zo omdat de museumstukken nog altijd de lucht in gaan (en weer veilig landen ook). Zeker in de mooie maanden kun je dat regelmatig met eigen ogen zien op evenementen en airshows. Het jaarlijkse Classic Cars & Aeroplanes is een begrip bij liefhebbers.
Hoe gaaf is het om de kisten van dichtbij te bekijken in het museum en dan nog eens terug te komen om je favoriete toestel de lucht in te zien gaan? Ronkende motoren, wuivende flaps, propellers die op snelheid komen, klassiekers die laten zien waartoe ze in staat zijn!
Het ging rap
Mooi ook is dat een bezoek aan het Vliegend Museum duidelijk maakt hoe snel de luchtvaart zich ontwikkeld heeft. In minder dan 100 jaar ging de wereld van Wright broeders naar turbojet.
Bij binnenkomst hangt het bouwwerk van de gebroeders Wright boven je. Of in elk geval een replica van het toestel waarmee ze in 1903 de eerste vlucht maakten. Een paar stappen verderop sta je met je neus op doorsnedes van straalmotoren. In nog geen honderd jaar gingen we van het een tot het ander.
De naam Seppe?
Het Vliegend Museum ligt langs de start- en landingsbaan van Breda International Airport. Voorheen droeg deze luchthaven de naam Seppe (en vele Halderbergers houden het daarbij). Die historische naam past in een lange traditie van reizen naar en verblijven in Halderberge.
Jacobus Sep bestierde in de 19e eeuw een herberg in Bosschenhoofd. In 1854 en 1855 verbleven daar de arbeiders die werkten aan de spoorlijn Roosendaal – Breda. Eten, drinken en slapen: de herberg was hun huis en dat beviel best. Ze sliepen, in hun woorden, ‘bij Seppe’.
De Belgische ingenieur die het kleine stationnetje van Bosschenhoofd mocht bouwen, heeft zo genoten van het verblijf bij Seppe dan hij het station ernaar vernoemde. Toen Adrie van Campenhout in 1949 een vliegveld opende, een grasbaan van 600 meter voor zweefvliegtuigen, greep hij terug op deze geschiedenis.
Seppe, dat is hoe iedereen in de regio het vliegveld kent. De naam is een eerbetoon aan de gastvrijheid van Jacobus Sep en zijn echtgenote Ida Ossenblok. Met dezelfde warmte nodigen de vrijwilligers van het Vliegend Museum je uit voor een bezoek aan hun hangar.
Tijd voor een uitje!
Het Vliegend Museum is in het vakantieseizoen geopend van woensdag tot en met zondag tussen 13:00 en 17:00. Airshows en evenementen worden aangekondigd op de website vliegendmuseumseppe.nl.