uit ‘Stampersgat in oorlogstijd’
Op ons erf was een onderaardse bunker gegraven en met hout en aarde toegedekt. Er waren twee ingangen. Toen er veel geschoten werd, mochten wij, samen met het gezin Koevoets, in de bunker wonen. Later werd ons gemeld dat we in de schuur moesten gaan, want de weg boven ons huis werd opgeblazen. Toen we nog maar net in de schuur waren, regende het stenen. Toen we later gingen kijken was het pompgemaal weg en ook de straat was verdwenen.
Op de foto staan Fried, Elly, Hilda en Laurant Claassen bij de wegwijzer die aan het einde van de Rijpersweg stond
Daarna stond er een tijdje water in de bunker. Er werd steeds meer geschoten aan alle kanten. Er werd zelfs op de bunker geschoten, omdat schijnbaar de Engelsen dachten dat er Duitsers in zaten. Er werd een lot getrokken wei met een wit doek naar de uitgang zou gaan. Ons werd aangeraden richting Oud Gastel te vluchten, terwijl er rechts en links door kanonnen geschoten werd. We vonden onderdak in de kelder bij de heer Van Susante. ’s Nachts hoorden we toen ook de V1-vliegtuigen, die ons grote angst inboezemden, vooral als het geluid verstomde en je niet wist waar ze nu weer terecht zouden komen.