Herinneringen aan de oorlog van Jan Schellekens

uit ‘Stampersgat in oorlogstijd’

Ik woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog op Stampersgat op de Gastelsedijk F90C (nu Dennis Leestraat 45). Mijn vader en moeder zaten allebei in het onderwijs. De eerste tekenen van de oorlog waren voor mij het overvliegen van vliegtuigen en de vele V-1 en V-2’s. Bij een daarvan viel op een zeker moment de motor uit en dan was het wachten of hij neer zou vallen in de buurt of verder vloog. We zaten dan dikwijls in de kelder vol spanning te luisteren. Langs de Mark, achter ons huis, werden loopgraven gegraven en bunkers gebouwd. De schepen in de Mark werden gebombardeerd.

Dit alles was eind 1943, begin 1944. Ik was toen 5-6 jaar oud. Radio’s fietsen en winterjassen werden door een Duitse vrachtauto opgehaald, omdat deze ingevorderd werden. Mijn vader had echter een zelfgebouwde radio onder de vloer staan waar met koptelefoons stiekem naar geluisterd werd. Dit was natuurlijk zeer gevaarlijk.

We hadden ook een tijdje twee Duitse soldaten ingekwartierd. Van mijn moeder heb ik later gehoord dat dit hele keurige soldaten waren die ook wel eens wat meebrachten. Alles serviesgoed en andere kostbare spullen werden onder de vloer geplaatst in verband met de bombardementen. Alleen een Mariabeeld bleef eenzaam in de kamer achter. Het toeval wil dat een granaat precies onder de vloer terecht kwam en al het serviesgoed vernietigde. In de kamer waar Maria stond was niets stuk.

Van de bevrijding herinner ik me nog de jeep met daarin 2 bevrijders en achterin mijn zus Toos en twee dochters van de familie Luyken. Ik sta nog net in de deuropening en kijk over de schouder van Corry Luyken heen.

Op een zeker moment moesten we evacueren en gingen we naar mijn tante en oom in Oud Gastel. Langs de Gastelsedijk waren veel bomkraters en lagen er enige dode paarden. Bij de boerderij van Toon Claassen moesten we over een balk of noodbrug de weel over richting Oud Gastel.

Terug op Stampersgat bleek van de voorgevel van ons huis niet veel over. Op een dag, toen we weer in de kelder zaten, hoorden we de buurman roepen: “We zijn bevrijd!” We gingen impulsief naar buiten door het gangetje tussen de twee huizen en bij de straat gekomen vlogen enkele kogels om onze oren. In de kerktoren zaten nog enkele Duitsers en die vuurden precies naar de beweging in dat gangetje. Zo’n kogeltje uit dat gangetje heb ik nog steeds in mijn bezit. Van de bevrijding herinner ik me nog de jeep met daarin 2 bevrijders en achterin mijn zus Toos en twee dochters van de familie Luyken. Ik sta nog net in de deuropening en kijk over de schouder van Corry Luyken heen.