Ontmoet de gierigste man van de 20e eeuw
In 1976 koopt Henri Mastboom een nieuwe Opel Kadett. De beschermfolie over de bekleding laat hij twintig jaar zitten. Een vlekje is afschrijven. Dan liever toeren op krakend plastic. Twintig jaar na het overlijden van Henri staat de blauwe Opel nog in zijn schuur aan de dorpsstraat te Oud-Gastel. Showroomwaardig.
Zonderling achter rolluiken
In Halderberge gaan veel verhalen over Henri Mastboom. Vooral over de zonderling die hij uiteindelijk was. De man die de straat op ging in de vooroorlogse kleren van zijn vader. Alsof hij uit een oude film kwam wandelen.
Ooit was hij voorbestemd voor het burgemeesterschap van Oud-Gastel, zoals zijn grootvader en vader voor hem. Daar komt het niet van. De standensamenleving brokkelt af, het ambt gaat aan hem voorbij. Henri sluit zich op achter de rolluiken van zijn ouderlijk huis. Houten rolluiken. Groen geschilderd, zoals ze altijd zijn geweest.
Het liefst neemt Henri alles mee naar boven. Dat was praktisch onhaalbaar, dus kiest hij het eerstvolgende. Hij laat alles na aan een stichting, met het doel om het verleden te eren. Het ouderlijk huis is nu een museum.
Echt alles bewaren
De familie Mastboom was een voorname, eentje met bestuursfuncties, grond, aandelen (onder meer van de succesvolle Gastelsche beetwortelfabriek) en aanzien. Geld in overvloed, maar altijd zeer zuinig. Moeder Marie doet haar hele leven met de kuit lange hemden uit haar huwelijksuitzet. Eindeloos verstelt ze deze. Het zuinige beleid van vader Mastboom is berucht. Die reputatie is er mede debet aan dat het burgemeesterschap van Oud-Gastel hem ontglipt.
Wat betreft spaarzaamheid trekt Henri de lijn van zijn ouders loodrecht door. Na hun overlijden houdt hij alles vast. Nog geen afgevallen knoop doet hij weg. Op voedselbonnen uit de oorlog noteert hij waardeloos. Je kunt ze in het Mastboomhuis vinden, ze liggen in de voorkamer. In zo’n kastje waar je dingen in doet die nergens thuishoren. Henri heeft veel van dat soort kastjes.
Pachters moeten wachten
Henri houdt zijn volwassen leven vast aan zoals het vroeger was: een samenleving waarin iedereen een duidelijke plek had. In Oud-Gastel staat de familie Mastboom bovenaan. Daaronder bungelt de rest.
Zijn pachters behandelt hij minderwaardig. Wie de pacht komt betalen, moet vaak uren wachten op een houten bankje in de hal. En Henri verwacht een karige levensstijl van ze. Als hij zijn rondje langs de landerijen aankondigt, verstoppen ze moderne verworvenheden als radio of televisie. Ze willen Henri niet het idee geven dat er geld is voor meer dan het noodzakelijke. Als hij dat ruikt, gaat de pacht omhoog. “Anders smijten jullie het toch maar over de balk.”
Niemand kende Henri
Het leven van Henri had heel anders kunnen zijn. Na het overlijden van zijn ouders zit hij op een aardig fortuin. En de inkomsten lopen gewoon lekker door. Natuurlijk is het teleurstellend om geen burgemeester te worden als je daar vanaf je jeugd op voorbereid bent.
Het mislopen van een in steen gebeiteld toekomstpad kan ook een bevrijding zijn. Er is meer te beleven dan heersen over Oud-Gastel. Henri zoekt het niet op. Tot een nieuw plan komt hij niet. Een flinke burn-out, daar lijkt het op.
Hoe Henri zich voelde? Niemand weet het zeker. Er stond ook niemand echt dichtbij hem. Hij had mensen die voor hem zorgden. Sommigen voor langere tijd. Als je het Mastboomhuis bezoekt, kun je ze tegenkomen. Ze leiden je rond en vertellen verhalen – toch met een zekere liefde – over die bijzondere man. Voor Henri bleven ze altijd personeel.
Voor zijn ouders?
Henri was zeker geen domme jongen. Meester in de rechten. Aardig wat van de wereld gezien ook, zeker voor iemand uit zijn tijd. Waarom lukt het hem niet om zijn toekomstbeeld bij te stellen? Waarom houdt hij tot het einde van zijn leven vast aan de denkbeelden van zijn ouders?
Wat zou jij doen met twintig miljoen euro? Dat is zo ongeveer het kapitaal waar Henri Mastboom op heeft gezeten. Niets geeft hij weg. Niemand leent hij wat. Hij beheert het bezit alsof zijn overleden ouders binnenkort terugkomen om hun leven weer op te pakken waar ze gebleven waren.
Geen gezelschapsdier
Als jong ventje, komt er een nestje jonge katjes op zijn pad. Hij aait ze, pakt er eentje op. Zijn ouders gunnen hem het katje, het mag naar het Mastboomhuis komen als het groot genoeg is. Henri rekent op een briefje uit wat zo’n huisdier kost. Alleen het voer al! Aan een poes begint hij niet.
Ook een vrouw komt er nooit. Van het geslacht Mastboom in Oud-Gastel blijft alleen het bezit over. En dat bezit vertelt het verhaal van de familie in het algemeen en de zonderling in het bijzonder. Tijdens zijn leven liet Henri zich niet kennen. Met het Mastboomhuis deelt zijn levensverhaal postuum.