Wanneer de Soedanese Mona een jongetje heeft aangereden rijdt ze in paniek door als de vader op haar afkomt en haar op z’n motor achtervolgt. Ze belt haar man Akram en zegt dat ze achtervolgd wordt en thuis aangekomen schiet Akram de achtervolger dood.
Mona is een vrouw uit de islamitische elite, de familie van het jongetje behoort tot ‘de slaven’, de ándere bevolkingsgroep uit het zuiden. Daardoor is het gemakkelijk om de dode man ‘kwijt’ te maken.
Mona probeert haar geweten te sussen door de weduwe van de overledene, Julia, en haar zoon Daniel in huis te nemen. Daarmee is het probleem natuurlijk nog niet opgelost.